Martin Loor hield vrijdag met de herdenking van 174 jaar Nederlandse kolonisatie in Suriname op uitnodiging van het Lalla Rook Museum, als onderdeel van de Nationale Stichting Hindostaanse Immigratie, een lezing over “De Europese kolonisatiepoging van 1845: het waarom en de setting van toen”.

Loor probeerde de gebeurtenis van de boerenkolonisatie meer betekenis te geven door verschillende facetten daaromheen, en hun onderlinge samenhang, wat meer in detail te bespreken. Daarmee verkrijgen wij volgens hem een meer genuanceerd beeld van datgene dat zich in 1845 in Groningen, Saramacca, voltrok waardoor veel leed en ellende is veroorzaakt.

Hij voert aan dat de algemene situatie in Nederland, in die tijd, er één was van grote armoede, terwijl in Suriname het hoogtepunt van de plantage-economie voorbij was en men weigerde in te zien dat emancipatie in aantocht was.

Hij ging ook in op de leider van de kolonisatiepoging, wat hem dreef en hoe het kolonisatieplan vorm kreeg. De povere voorbereiding in Suriname komt vanzelfsprekend ook aan bod.